maandag 6 mei 2019

Tekenen: na 4 maanden, 4 positieve recensies

Tekenen verscheen in december 2018, nu ruim vier maanden later zijn er vier mooie recensies verschenen. Vier citaten:

Hilde Keteleer in Poëziekrant, 'Droomiconen van de krukkige mens':


Alle gedichten hangen aan elkaar, versterken elkaar. Jan M. Meier is een componist. Hij schildert en maakt muziek met woorden, hij danst en vliegt met behulp van beelden en alliteraties, met paradoxen en binnenrijmen. Net zoals in een symfonie, wat letterlijk ‘samenklank’ betekent, waarin de afzonderlijke instrumenten opgaan in een geheel, is dit een compositie die bestaat uit vier delen die elk een thema exposeren maar de harmonie van het geheel versterken.
De laatste afdeling, ‘uitgeleide’, bestaat uit welgeteld één gedicht, dat tevens het titelgedicht van de bundel is: ‘tekenen’. In dit gedicht wordt duidelijk waar de titel op slaat: wij, mensen, zien overal tekenen in, we willen alles duiden, ook wat niet te duiden is. We zoeken woorden die een verklaring moeten geven voor wat ons ontglipt, we creëren de illusie dat de wereld beheersbaar is. De dichter heeft tot taak ons achter de schermen van die gefingeerde waarheid te laten kijken. 

Jan Geerts op zijn blog, 'BRIEF AAN JAN M. MEIER':
Jouw woorden proberen het onnoemelijke licht dat gevormd wordt door alle kleuren te ontleden, zichtbaar te maken en te noemen. Jouw woorden tonen wat niet te zien is in de onzichtbare blik van de mens en zetten de wereld te kijk.
Jouw woorden zijn helderheid. Niet het morsige of de mist van het dagelijkse discours in doffe ramen. Jouw woorden zijn meester van hun taal. Als schoonheid vanbinnen schijnt, dan zijn jouw woorden vensters op de binnenkant van het bestaan.

Alain Delmotte op de literaire blog De schaal van Digther, 'Een Rorschachtest van onvermoede betekenis':
De nieuwste bundel van Jan M. Meier ’Tekenen’ opent een breed veld, biedt een panorama, zendt een veelheid aan betekenissen uit die de lezer uitdagen om die met concentratie op te diepen.  
[...] 
Deze bundel werpt volgens mij een nieuw licht op de vorige. In die zin dat de nieuwe bundel een aantal bestanddelen uit de vorige bundel meedraagt. Waaruit ik vermoed dat Meier aan een soort coherent ‘opus’ aan het werken is. Waarmee ik het componerende aspect nogmaals wens te beklemtonen. Ik vermoed dat deze bundel de komende bundels al aan het opentrekken is. We kunnen en mogen nog wel wat verwachten van deze vakkundige dichter. Laten we ernaar uitkijken. 
Louis Smit voor NBD Biblion:
De bijna vijftig vormvrije gedichten zijn stillevens en 'ansichtkaarten' over klein geluk, genegenheid, natuur, seizoenen. Subtiel, licht en vaak vertederend. [...] Een rustpunt in de drukte van het hedendaagse leven, met voortreffelijk verwoorde stemmingen.
Bijgewerkt 6 mei 2019