terrassen klevend aan eeuwenoude puien
als zwammen op breedbuikige beuken
stoelen, tafels glimmen elkaar toe – leeg
er waait regen overal
op tafels, stoelen, opgetrokken kragen
januari
zon breekt schuchter door wolken
een wonder rimpelt over straten
terrassen voor de puien vloeien vol
straalkacheltjes op hoge poten flitsen aan
surrogaat zonnetjes in een surrogaat seizoen
januari
stoelen aangesleurd, tafels schoongeveegd
jonge kerels, dappere meisjes
hebben geen zonnetje nodig
zij omarmen hun stoerheid zonder jas
trekken hun mouwen hoog
bij de lichtste zonnestraal
januari
er zijn geen winters meer meneer
het weer is om zeep, meneer, naar de kloten
geen probleem dat het hier warmer is
maar de zee, de zeespiegel meneer
straks overstromen de lage landen
en wat moeten wij dan doen, migreren ha!
wacht even
straks februari
valt de kou nog es ouderwets binnen
een snijdende noordooster
de polaire vortex weet je wel
gaan we rillend naar een elfstedentocht
juichend eindelijk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor uw reactie.
Die wordt na moderatie gepubliceerd.
Jan