Poëzieweek en dus tijd voor een gedicht, een vers over het schrijven... Zoals altijd is het echte werk voor de lezer:
drager van lettertekens
van brievenbus naar postbus
van oog naar mond
en van oor naar oor
niet het parool van koning
prins, keizer of president
gewone klanken van naamloze
woorden thuis in elk zinsverband
hij schrijft en spreekt niet namens
maar voor zichzelf, hij toont wat
hem voor komt zoals een loep
zichtbaar maakt maar niets verandert
hij leest luidop van huis en hart
de vrouw die door de kamers stapt
soms in zijn raadsels praat
en lacht – ze kent hem beter
het schrift ligt breed en bloot
een kluis met open deur
een logboek van letterschuim
leesbaar voor wie waagt en kijkt