Oorlog laat sporen na, niet alleen smeulend puin in gebombardeerde steden, maar ook in hoofd en gedachten. Dus ook in gedichten. Niemand ontsnapt eraan, ook ik niet:
teerling
nu moet het gebeuren
doortastend optreden, grenzen
slopen, nieuwe optrekken
granaten van hand naar hand doorgeven
tot grond trilt, muren scheuren
daken doorzakken, schoorstenen vallen
knakkend als dunne takjes droog hout
woorden schaatsen over dun ijs
bij tromgeroffel en overstemmende leegte
jonge en oude gezichten gekneusd
pijnwortels waaieren uit over huid
in stukjespuzzel van gemarmerd vlees
wrakhout een brokkendeken over water
schuift voorbij het vermoeden van horizon
het grote geschil maakt elke cirkel vierkant
kussens met keien volgepropt
handen gehandschoend, hoofd gehelmd en
gemaskerd, ogen als stugge teerlingen zichtbaar
met duizenden tegelijk geworpen